Dagen, weken, maanden
De namen van de dagen en maanden in het Engels lijken veel op het Nederlands en zijn dus makkelijk te onthouden. Dagen en maanden worden altijd met een hoofdletter geschreven. Ze worden afgekort met de eerste drie letters: January Jan, Monday Mon. May, June en July worden nooit afgekort.
Tuesday en Thursday worden soms verwisseld door Nederlanders (en andere buitenlanders).
Tuesday dinsdag
Thursday donderdag
De datum
Het is vandaag 1 januari Today it's 1st January Maar je spreekt uit: Today it's the first of January
Brits Engels je schrijft 11 October, 2016
Amerikaans Engels je schrijft October 11, 2016
Dus als je schrijft: 4/9/2016
Dan is het in Engeland 4 September 2016
En in Amerika 9 April 2016
Het jaar
1900 je zegt: nineteen hundred
1901 je zegt: nineteen hundred and one of nineteen oh one
2016 - je zegt: two thousand and sixteen of twenty ten
Na hundred en thousand gebruik je altijd and
Handig woordenlijstje
- maandagMonday
- dinsdagTuesday
- woensdagWednesday
- donderdagThursday
- vrijdagFriday
- zaterdagSaturday
- zondagSunday
- januariJanuary
- februariFebruary
- maartMarch
- aprilApril
- meiMay
- juniJune
- juliJuly
- augustusAugust
- septemberSeptember
- oktoberOctober
- novemberNovember
- decemberDecember
- lentespring
- zomersummer
- herfstautumn
- winterwinter
- nunow
- dagday
- weekweek
- maandmonth
- jaaryear
- vandaagtoday
- morgentomorrow
- overmorgenthe day after tomorrow
- gisterenyesterday
- eergisterenthe day before yesterday
- volgende weeknext week
- vorige weeklast week
- 3 dagen geledenthree days ago
- dagelijksdaily
- wekelijksweekly
- maandelijksmonthly
- jaarlijksyearly
- werkdagenbusiness days
- zon- en feestdagenpublic holidays
- vakantieholiday